Club van Rome, 50 jaar na dato

Het is de bedoeling om met mijn blog regelmatig stil te staan bij de wereldwijde uitdagingen. Ik voel meer ruimte om hierover te schrijven, omdat ik niet meer als vertegenwoordiger van een grote (zorg)organisatie wordt gezien. Toen ik nog bestuurder was, sprak ik me over politiek gevoelige zaken niet zo expliciet uit. Ik vond dat alle medewerkers zich in ‘hun’ bestuurder zouden moeten kunnen herkennen. Politieke profilering paste daar niet bij. Althans dat was (toen) mijn opvatting. Daar valt in deze tijd wellicht op af te dingen.

Dat gezegd hebbende, is het vervolgens nog niet zo gemakkelijk om over een politiek maatschappelijk onderwerp een blog te schrijven. Zal ongetwijfeld komen door de schroom die ik op dit punt nog steeds voel. Maar… het gaat er zeker van komen. Onderwerpen die mij zeer aanspreken zijn onder andere klimaat en klimaatverandering. Maar ook klimaatfanatici/-ontkenners, wetenschappelijke bewijs tegenover meningen, om zo maar eens een paar actuele onderwerpen te noemen. In dit blog komt zelfs de Club van Rome nog langs!

In de Volkskrant: Klaas van Egmond, hoogleraar milieukunde

Om erin te komen, wil ik een stuk in de Volkskrant van vandaag van Klaas van Egmond met u delen. Klaas is hoogleraar milieukunde aan de UU en oud-directeur van het RIVM (inderdaad de RIVM van de stikstof-metingen). Waarom nu dit stuk, zult u zeggen? Welnu, omdat het stuk de klimaatproblematiek waarmee de wereld nu worstelt, nog een keer in een breder historisch perspectief plaatst. Daarbij valt Klaas terug op onder andere het Rapport van de Club van Rome en de opvattingen van ‘onze’ Sicco Mansholt destijds. Een perspectief dat ik heel erg herken en onderschrijf. Daarover verderop in deze bijdrage meer. Hieronder in cursief de bijdrage van Klaas van Egmond:

Grenzen aan de groei

Het is nog steeds niet doorgedrongen dat het in een eindige wereld niet mogelijk is om eindeloos te groeien. In 1972 was door wetenschapper Dennis Meadows en de Club van Rome al aangegeven hoe we nu, een kleine vijftig jaar later, tegen de fysieke ‘grenzen aan de groei’ zouden aanlopen. Onze eigen Sicco Mansholt, voorzitter van de Europese Commissie, had het toen al goed begrepen. Hij kwam met een concreet actieprogramma waarin hij voorrang gaf aan de voedselproductie en de rol van ­materiële goederen wilde beperken. Dat zou dan worden gecompenseerd door verruiming van immateriële goederen als onderwijs, geestelijke ontplooiing en vrijetijdsbesteding. Om dat te bereiken, wilde hij het ­belastingstelsel aanpassen, in combinatie met een heffing aan de Europese buitengrenzen voor niet milieuverantwoord geproduceerde goederen. Maar het is er niet van gekomen: het werk van Meadows werd weggezet als ‘doemdenken’ en het programma van Mansholt als ‘overdrijving en ­dramatisering’.

Niettemin is in de jaren zeventig en tachtig door de toenmalige VVD-ministers Winsemius en Nijpels succesvol milieubeleid gevoerd. De laatste publiceerde in 1989 het eerste Nationale Milieubeleidsplan dat was gebaseerd op drie kerndoelstellingen: het sluiten van stofkringlopen (wat nu ‘circulaire economie’ heet), hernieuwbare energie en energie­besparing met het oog op klimaat-verandering en de verlenging van de levensduur van producten, door recycling en reparatie.

Markt tenzij..

Maar enkele maanden later viel de Berlijnse Muur en was ook in de hoogste Haagse kringen de euforie groot. Ons liberale systeem had definitief gewonnen van het collectivistische experiment in het Oosten. De ideologie was nu het neoliberale ‘markt, tenzij’-principe. Onder het politieke motto ‘wij kunnen het niet meer’ (als overheid) werden vervolgens veel ­publieke voorzieningen en functies, zoals energievoorziening, spoor­wegen en posterijen, geprivatiseerd. Voortaan zou het bedrijfsleven de duurzaamheidsproblemen oplossen. Maar dat is niet gebeurd. Een kleine dertig jaar later zouden aandeelhouders van Unilever hun ceo Polman terugfluiten toen hij wilde investeren in het verduurzamen van de palmolieplantages in Indonesië.

Van serieus milieubeleid was in de afgelopen decennia dan ook geen sprake meer. In de politiek en in de media werd om de grenzen aan de groei hard gelachen. Waar vaak internationaal gestelde milieunormen overschreden dreigden te worden, werd beleid geformuleerd dat zo ingewikkeld was dat het toch niet zou gaan werken. En door diezelfde ingewikkeldheid zou niemand dat falen opmerken.

Vanuit de milieu- en economische wetenschappen werd er in de geest van Mansholt steeds op gewezen dat in een extreem marktgerichte economie, alleen marktconforme maatregelen, zoals een CO2-heffing, voldoende effect hebben.

Maar in tegenstelling daarmee werd juist besloten tot honderden ­betuttelende maatregeltjes en vrijblijvende afspraken die uitgevoerd en gecontroleerd zouden moeten worden door ambtenaren die allang naar huis waren gestuurd. Voortaan was de hele wereld een verdienmodel, waarin de ‘duurzame’ groei voort-­durend door kon gaan. Bijkomende milieuproblemen zouden en passant worden oplost door innovatie, door technologie die nog moest worden bedacht.

Prettige rekenfouten

Op die manier kon de CO2 -uitstoot de afgelopen decennia gewoon toenemen en kon Schiphol dankzij prettige rekenfouten gewoon doorgroeien. In de landbouw werd de melkquotering opgeheven, terwijl de stikstof- en ­fosfaatnormen al decennialang ­werden overschreden. Herhaalde waarschuwingen vanuit de wetenschap werden genegeerd.

Tegelijk werd duidelijk dat die alsmaar voortgaande groei voor de ­gemiddelde Nederlander niets meer oplevert. Boeren moeten hard werken voor een laag inkomen, doordat grondprijzen te hoog en afzetprijzen te laag zijn als gevolg van de economische macht van enkele grootgrutters. Burgers zagen de afgelopen decennia hun koopkracht niet meer toenemen, de huizenprijzen stijgen en de kwaliteit van de so­ciale en de fysieke omgeving achteruitgaan. Het land is overvol, de infrastructuur overbelast en de onderlinge hinder en irritatie zijn toegenomen. Alleen aandeelhouders hebben nog baat bij de verdere groei van industrieterrein Nederland.

Klimaatverandering een feit

En nu is het dan zover. De voorspelde klimaatverandering is een voor iedereen waarneembaar feit geworden. De rechter wijst de overheid erop dat de grenzen aan de verdere groei op het gebied van klimaat, luchtvaart en landbouw zijn bereikt. En recentelijk concludeerde de commissie Remkes inzake de N-problematiek dat ‘niet alles kan’. Maar achtervolgd door lobby’s voor de kortzichtige belangen van de respectievelijke achterban, houdt de politiek per saldo nog steeds vast aan het idee dat de groei met wat technische kunstgrepen eindeloos kan doorgaan.

Moed en Leiderschap

De daaruit voortkomende ontwrichting kan alleen worden gestopt door onafhankelijk leiderschap dat zich losmaakt van die belangen. Erkenning dat er onvermijdelijk grenzen aan de groei zijn zou vijftig jaar na dato ruimte maken voor de uitvoering van het door Mansholt voorgestelde programma. Door een algemene CO2-heffing voor het klimaatprobleem en btw-differentiatie voor het effectief stimuleren van recycling, reparatie en de circulaire landbouw, zal de economie zich geleidelijk in de door Mansholt aangegeven richting gaan ontwikkelen.

In die economie is ruimte voor de eerder genoemde niet-materiële ­kwaliteiten en voor de menselijke maat. Voor het welzijn van boeren, burgers en hun leefomgeving zal dat vooruitgang betekenen. Bijna vijftig jaar na de ‘grenzen aan de groei’ weten we vrij precies waar die grenzen liggen en hoe we daar mee om moeten gaan. Het enige waar het nog aan ontbreekt is politieke moed en leiderschap.

Afbeelding van het logo van de Club van Rome, met de belangrijkste citaat met als conclusie dat bij de huidige uitputting van de wereld de grenzen aan de groei de komende 100 jaar zou worden bereikt.
Club van Rome, The limits of Growth, 1972

Tot slot

De bijdrage van Van Egmond roept bij mij het besef op dat wij fundamenteel moeten nadenken over hoe de leefomgeving in Nederland verantwoord en duurzaam verder invulling te geven. Dat daarin meer verstrekkende keuzes te maken zijn, zie ik als onafwendbaar. Goed dat Van Egmond ons daarbij nog een keer wijst op het erfgoed van de Club van Rome en op de grenzen aan de groei. Die grenzen zijn inmiddels ruimschoots bereikt en op onderdelen (al jaren) overschreden. Dit ontkennen en negeren zal het – op plaatsen nu al aangetaste – leefklimaat van onze kinderen en kleinkinderen nog verder onder druk zetten.

Wil je meer berichten van mijn blog lezen ga naar de homepage van mijn blog.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.